Gedifferentieerde premies WGA en ZW 2016


De nota Gedifferentieerde premies WGA en ZW 2016 presenteert de bouwstenen waarmee UWV per werkgever de gedifferentieerde premies Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) voor vast personeel en flexibel personeel en Ziektewet (ZW) voor flexibel personeel voor het premiejaar 2016 berekent. De Belastingdienst stuurt eind 2015 aan elke werkgever een beschikking met de individueel gedifferentieerde premies. Wij adviseren u deze beschikking te controleren.

Premies en grondslagen 2016

Overzicht premies en parameters 2016

De gedifferentieerde premie Werkhervattingskas bestaat in 2016 uit drie componenten. In deze tabel staat het overzicht van de belangrijkste premies en parameters WGA en ZW voor het premiejaar 2016, zoals deze door de Raad van Bestuur van UWV zijn vastgesteld.

Onderwerp 2015 2016
Gemiddelde loonsom 31.400 31.900
Grens grote/middelgrote werkgever 3.140.000 3.190.000
Grens middelgrote/kleine werkgever 314.000 319.000
WGA-vast
Gemiddeld percentage 0,48% 0,47%
Rekenpercentage 0,50% 0,48%
Gemiddelde werkgeversrisico 0,28% 0,27%
Correctiefactor werkgeversrisico 1,36 1,34
Minimumpremie (grote werkgever) 0,12% 0,11%
Maximumpremie (grote werkgever) 1,92% 1,88%
Correctiefactoren bij onvolledige referteperiode werkgever
Beschikbare periode:
1 jaar 5 5
2 jaren 2,5 2,5
3 jaren 1,66 1,66
4 jaren 1,25 1,25
WGA-flex 
Gemiddeld percentage 0,24% 0,24%
Rekenpercentage 0,25% 0,25%
Gemiddelde werkgeversrisico 0,06% 0,09%
Correctiefactor werkgeversrisico 2 2
Minimumpremie (grote werkgever) 0,06% 0,06%
Effectieve minimumpremie (grote werkgever) 0,13% 0,07%
Maximumpremie (grote werkgever) 0,96% 0,96%
Correctiefactoren bij onvolledige referteperiode werkgever
Beschikbare periode:
1 jaar 2 3
2 jaren 1 1,5
3 jaren 1 1
4 jaren 1 1
ZW-flex 
Gemiddeld percentage 0,35% 0,36%
Rekenpercentage 0,40% 0,39%
Gemiddelde werkgeversrisico 0,22% 0,23%
Correctiefactor werkgeversrisico 1,42 1,3
Minimumpremie (grote werkgever) 0,08% 0,09%
Maximumpremie (grote werkgever) 1,40% 1,44%
Correctiefactoren bij onvolledige referteperiode werkgever
Beschikbare periode:
1 jaar 2 2
2 jaren 1 1
3 jaren 1 1
4 jaren 1 1

Bron: UWV website, 02-09-2015

Sectorale premies 2016

Sectoraal bepaalde premies

Voor elke van de drie premiecomponenten is een sectorale premie berekend. Deze sectorale premie is gelijk aan de verwachte lasten in 2016 van alle bij UWV verzekerde werkgevers in de sector, gedeeld door hun verwachte loonsom in 2016. De gerealiseerde lasten en loonsommen in 2014 vormen de basis voor deze prognose. Hieronder vindt u een overzicht van alle sectorale premies voor elk van de drie premiecomponenten.

    Sectorale premies 2016
Sector Sectornaam WGA-vast WGA-flex ZW-flex
1 Agrarisch bedrijf 0,51 0,18 0,32
2 Tabakverwerkende industrie 0,31 0,05 0,24
3 Bouwbedrijf 0,79 0,32 0,48
4 Baggerbedrijf 0,36 0,1 0,2
5 Hout en emballage-industrie 1,21 0,28 0,44
6 Timmerindustrie 0,69 0,43 0,5
7 Meubel- & orgelbouwindustrie 0,55 0,37 0,48
8 Groothandel in hout 0,54 0,45 0,37
9 Grafische industrie 0,46 0,34 0,47
10 Metaalindustrie 0,32 0,14 0,22
11 Electrotechnische industrie 0,25 0,12 0,14
12 Metaal- en technische bedrijfstakken 0,57 0,22 0,37
13 Bakkerijen 0,91 0,4 0,43
14 Suikerverwerkende industrie 0,73 0,35 0,35
15 Slagersbedrijven 1,09 0,4 0,63
16 Slagers overig 0,82 0,3 0,51
17 Detailhandel en ambachten 0,54 0,35 0,5
18 Reiniging 1,4 0,6 0,88
19 Grootwinkelbedrijf 0,6 0,27 0,41
20 Havenbedrijven 0,4 0,23 0,57
21 Havenclassificeerders 0,67 0,24 0,85
22 Binnenscheepvaart 0,34 0,25 0,48
23 Visserij 0,55 0,23 0,07
24 Koopvaardij 0,47 0,06 0,29
25 Vervoer KLM 0,86 0,04 0,51
26 Vervoer NS 0,48 0,09 0,59
27 Vervoer posterijen 0,48 0,25 0,53
28 Taxivervoer 0,95 0,85 1,57
29 Openbaar vervoer 0,32 0,15 0,37
30 Besloten busvervoer 0,67 0,58 0,59
31 Overig personenvervoer 0,14 0,23 0,53
32 Overig goederenvervoer 0,56 0,39 0,53
33 Horeca algemeen 0,4 0,39 0,67
34 Horeca catering 0,2 0,67 0,76
35 Gezondheid 0,43 0,23 0,36
38 Banken 0,15 0,11 0,19
39 Verzekeringswezen 0,34 0,15 0,15
40 Uitgeverij 0,33 0,27 0,31
41 Groothandel I 0,4 0,18 0,26
42 Groothandel II 0,41 0,23 0,31
43 Zakelijke Dienstverlening I 0,33 0,15 0,15
44 Zakelijke Dienstverlening II 0,19 0,18 0,28
45 Zakelijke Dienstverlening III 0,35 0,24 0,44
46 Zuivelindustrie 0,33 0,12 0,48
47 Textielindustrie 0,63 0,11 0,14
48 Steen-, cement-, glas- en keramische industrie 1,13 0,38 0,48
49 Chemische industrie 0,57 0,16 0,2
50 Voedingsindustrie 0,47 0,22 0,25
51 Algemene industrie 0,48 0,16 0,17
52 Uitzendbedrijven 0,17 1,58 4,06
53 Bewakingsondernemingen 0,48 0,62 1,12
54 Culturele instellingen 0,36 0,23 0,33
55 Overige takken van bedrijf en beroep 0,66 0,35 0,51
56 Schildersbedrijf 1,38 0,62 0,8
57 Stukadoorsbedrijf 1,96 1,25 1,25
58 Dakdekkersbedrijf 1,58 0,72 0,72
59 Mortelbedrijf 1,22 0,35 0,11
60 Steenhouwersbedrijf 1,01 1,64 1,31
61 Overheid, onderwijs en wetenschappen 0,73 0,1 0,1
62 Overheid, rijk, politie en rechterlijke macht 0,2 0,04 0,02
63 Overheid, defensie 0 0,04 0,02
64 Overheid, provincies en gemeenten 0,62 0,1 0,07
65 Overheid, openbare nutsbedrijven 0,51 0,11 0,03
66 Overheid, overige instellingen 0,67 0,13 0,22
67 Werk en (re)Integratie 1,49 2,69 1,34
68 Railbouw 0,73 0,06 0,06
69 Telecommunicatie 0,27 0,2 0,27

Bron: UWV website, 02-09-2015

Berekeningswijze

Berekening premies WGA en ZW 2016

De gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) is voor elke werkgever de som van drie onderliggende premiecomponenten:

  • de gedifferentieerde premie WGA-vast
  • de gedifferentieerde premie WGA-flex
  • de gedifferentieerde premie ZW-flex

Een werkgever kan eigenrisicodrager worden voor de afzonderlijke componenten WGA-vast en ZW-flex. Voor elk premiecomponent waarvoor een werkgever eigenrisicodrager is, is de gedifferentieerde premie 0%. De berekeningswijze is voor elk van de drie gedifferentieerde premies gelijk.

Grens groot/middelgroot/klein

Elke bij UWV verzekerde werkgever wordt ingedeeld in één van de drie grootte-klasses:

  • kleine werkgevers
  • middelgrote werkgevers
  • grote werkgevers

De indeling is bepalend voor de wijze waarop de gedifferentieerde premie wordt berekend.

Een werkgever wordt aangemerkt als ‘groot’, indien hij een loonsom heeft van > 100 maal het gemiddelde premieplichtig loon per werknemer, berekend over alle werknemers in Nederland. Bij een loonsom van ≤10 maal het gemiddelde premieplichtig loon per werknemer wordt een werkgever beschouwd als ‘klein’. Indien de loonsom > 10 en ≤100 maal het gemiddelde premieplichtige loon is, wordt een werkgever aangemerkt als ‘middelgroot’.

Voor de premievaststelling van jaar t wordt gekeken naar het gemiddelde premieplichtig loon in het jaar t-2. Dit betekent dat UWV bij de premievaststelling van het jaar 2016 kijkt naar het gemiddelde premieplichtig loon van alle werknemers in het jaar 2014. Het gemiddelde premieplichtig loon is gebaseerd op gegevens van het Centraal Planbureau. In 2014 steeg het premieplichtige loon van € 31.400 naar € 31.900.

De grens klein/middelgroot 2016 bedraagt 10 x € 31.900 = € 319.000 De grens middelgroot/groot 2016 bedraagt 100 x € 31.900 = € 3.190.000

Gedifferentieerde premie

Bij de berekeningswijze van de drie gedifferentieerde premies voor een individuele werkgever is in eerste instantie de werkgeversgrootte leidend.

Voor kleine werkgevers zijn de gedifferentieerde premies WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex gelijk aan de sectorale premies voor deze premiecomponenten. Voor grote werkgevers is de gedifferentieerde premie gelijk aan de individuele premie. Voor middelgrote werkgevers wordt een gewogen gemiddelde bepaald van de sectorale premie en de individuele premie.

Gedifferentieerde premie kleine werkgevers:

  • Sectoraal bepaalde premie

Gedifferentieerde premie grote werkgevers:

  • Individueel bepaalde premie

Gedifferentieerde premie middelgrote werkgevers:

  • C x individueel bepaalde premie + (1-C) x sectoraal bepaalde premie

Hierbij geldt

  • C = Loonsom werkgever – Loonsomgrens klein/middel
  • Loonsomgrens middel/groot – Loonsomgrens klein/middel

Bij de berekening zijn dus twee premies van belang: de sectoraal bepaalde premie, voor kleine en middelgrote werkgevers en de individueel bepaalde premie, voor middelgrote en grote werkgevers.

Sectoraal bepaalde premie

Voor elke van de drie premiecomponenten is een sectorale premie berekend. Deze sectorale premie is gelijk aan de verwachte lasten in 2016 van alle bij UWV verzekerde werkgevers in de sector, gedeeld door hun verwachte loonsom in 2016. De gerealiseerde lasten en loonsommen in 2014 vormen de basis voor deze prognose. In deze publicatie is een overzicht opgenomen van alle sectorale premies voor elk van de drie premiecomponenten.

Individueel bepaalde premie

De individueel bepaalde premie is een gedifferentieerde premie. De gedifferentieerde premie bestaat voor elk van de drie premiecomponenten uit een rekenpercentage en een opslag(of korting).

Het rekenpercentage is het percentage waaromheen wordt gedifferentieerd; het is hetzelfde voor alle (middelgrote en grote) werkgevers. De formule voor de individueel bepaalde premie ziet er als volgt uit:

  • Individuele werkgeverspremie = rekenpercentage + opslag

De opslag wordt voor elke werkgever individueel bepaald. Op basis van een vergelijking tussen het werkgeversrisico van een individuele werkgever en het gemiddelde werkgeversrisico wordt per premiecomponent een opslag (of korting) berekend op de bijbehorende rekenpercentages.

De formule ziet er als volgt uit:

  • Opslag = correctiefactor werkgeversrisico x (individueel werkgeversrisico – gemiddeld werkgeversrisico).
  • De opslag kan ook negatief zijn en zorgt dan voor een korting op het rekenpercentage.

De variabelen die in beide formules voorkomen worden hieronder nader verklaard en voor zover niet individueel bepaald in kaders voorzien van de vastgestelde waarden in 2016.

Gemiddelde percentage

Het gemiddelde percentage (de lastendekkende premie) voor jaar t wordt bepaald door de totale geraamde uitkeringslasten minus de niet-premiebaten van de publiek verzekerden in het jaar t te delen door de totale geraamde premieplichtige loonsom in het jaar t. Het gemiddelde percentage geeft hiermee de gemiddelde premie weer die publiek verzekerde werkgevers in jaar t moeten opbrengen om de geraamde publieke uitkeringslasten in het jaar t te financieren.

Bron: UWV website, 02-09-2015

Rekenvoorbeelden

Zoals u kunt zien op het tabblad “Berekeningswijze” is de vaststelling van de premie complex, per werkgever kunnen forse verschillen ontstaan. De onderstaande rekenvoorbeeld zijn fictief.

Met de Premiewijzer Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) maakt u eenvoudig een schatting van de hoogte van uw gedifferentieerde premie (Whk) in 2016. U kunt de premiewijzer gebruiken als hulpmiddel om te bepalen of het voor u gunstig is om eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet of WGA-vast in 2016. U kunt in 2016 nog geen eigenrisicodrager voor de WGA-flex worden.

Rekenvoorbeeld 1: Kleine werkgever

Kleine werkgever (loonsom < €319.000) Sector = 5 Een kleine werkgever betaalt een sectorale premie. De sectorale premie WGA-vast = 1,21% De sectorale premie WGA-flex = 0,28% De sectorale premie ZW-flex = 0,44% De werkgever betaalt een totale premie van 1,93%.

Rekenvoorbeeld 2: Middelgrote werkgever

Middelgrote werkgever (€319.000 < loonsom < €3.190.000)
Sector = 52 Loonsom werkgever = €1.250.000
Individueel werkgeversrisico WGA-vast = 0,00%
Individueel werkgeversrisico WGA-flex = 0,05%
Inidvidueel werkgeversrisico ZW-flex = 1,20%
Een middelgrote werkgever betaalt een gewogen premie.
De sectorale premie WGA-vast = 0,17%
De sectorale premie WGA-flex = 1,58%
De sectorale premie ZW-flex = 4,06%

Individuele premieberekening WGA-vast:
Minimumpremie grote werkgever = 0,11%
Maximumpremie grote werkgever = 1,88%
De berekende individuele premie WGA-vast bedraagt 0,48% + 1,34*(0,00% -/-0,27%) = 0,11%.
Dit percentage ligt binnen de grenzen.

Individuele premieberekening WGA-flex:
Minimumpremie grote werkgever = 0,06%
Maximumpremie grote werkgever = 6,32%
De berekende individuele premie WGA-flex bedraagt 0,25% + 2,00*(0,05% -/-0,09%) = 0,17%.
Dit percentage ligt binnen de grenzen.

Individuele premieberekening ZW-flex:
Minimumpremie grote werkgever = 0,09%
Maximumpremie grote werkgever = 7,11%
De berekende individuele premie ZW-flex bedraagt 0,39% + 1,30*(1,20% -/-0,23%) = 1,65%.
Dit percentage ligt binnen de grenzen.
De wegingsfactor is (€ 1.250.000 – € 319.000) /( € 3.190.000 – € 319.000) = 0,32
De gewogen premie WGA-vast = (1 –0,32) * 0,17% + 0,32* 0,11% = 0,15%
De gewogen premie WGA-flex = (1 –0,32) * 1,58% + 0,32* 0,17% = 1,12%
De gewogen premie ZW-flex = (1 –0,32) * 4,06% + 0,32* 1,65% = 3,27%
De werkgever betaalt een totale premie van 4,54%.

Rekenvoorbeeld 3: Grote werkgever

Grote werkgever (loonsom > € 3.190.000)
Individueel werkgeversrisico WGA-vast = 0,00%
Individueel werkgeversrisico WGA-flex = 0,05%
Inidvidueel werkgeversrisico ZW-flex = 1,20%

Individuele premieberekening WGA-vast:

Minimumpremie grote werkgever = 0,11%
Maximumpremie grote werkgever = 1,88%
De berekende individuele premie bedraagt 0,48% + 1,34*(0,00% -/-0,27%) = 0,11%.
Dit percentage is gelijk aan het minimum.

Individuele premieberekening WGA-flex:
Minimumpremie grote werkgever = 0,06%
Maximumpremie grote werkgever = 0,96%
De berekende individuele premie bedraagt 0,25% + 2,00*(0,05% -/-0,09%) = 0,17%.
Dit percentage ligt binnen de grenzen.

Individuele premieberekening ZW-flex:
Minimumpremie grote werkgever = 0,09%
Maximumpremie grote werkgever = 1,44%
De berekende individuele premie bedraagt 0,39% + 1,30*(1,20% -/-0,23%) = 1,65%.
Dit percentage ligt boven het maximum. De individuele premie ZW-flex wordt 1,44%.
De werkgever betaalt een totale premie van 1,72%.

Bron: UWV website, 02-09-2015

{tab WGA Flex 2017}

Beoogde wijzigingen per 1 januari 2017

Minister Asscher heeft een aantal wijzigingen in de premiedifferentiatiesystematiek bij UWV aangekondigd. Deze wijzigingen hebben betrekking op de WGA en zijn beoogd om per 1januari  2017 in te gaan. Deze maatregelen worden onder andere getroffen om de publieke verzekering bij UWV en private verzekeraars beter op elkaar af te stemmen. Hieronder staan puntsgewijs de belangrijkste aanpassingen:

  • Samenvoeging van de premies voor WGA-vast en –flex. Deze aanpassing was eerder voorzien op 1 januari 2016, maar is uitgesteld om de verzekeringsmarkt meer tijd te geven om zich voor te bereiden op deze wijziging. Werkgevers zullen vanaf 2017 een keuze moeten maken om het totale risico van WGA-vast en WGA-flex via UWV te verzekeren of hiervoor eigenrisicodrager te worden en het totale WGA-risico eventueel te herverzekeren bij een verzekeraar.
  • Voor grote werkgevers die na een periode van eigenrisicodragen terugkeren bij UWV geldt niet langer automatisch de minimumpremie. Voortaan bepalen alle uitkeringen ontstaan tot maximaal tien jaar in het verleden de premie voor terugkeerders bij UWV. Dit kunnen zowel uitkeringen zijn die ontstaan zijn tijdens een periode van het eigenrisicodragen als bij UWV. Alleen werkgevers zonder toe te rekenen lasten kunnen nog rekenen op de minimumpremie.
  • Voor middelgrote en grote werkgevers die besluiten eigenrisicodrager te worden hoeven niet langer (een deel van de) nog lopende uitkeringen te financieren. Het achterlaten van deze zogenoemde staartlasten geldt nu alleen voor kleine werkgevers. Per 1 januari 2017 zullen de staartlasten via de rentehobbelreserve van de Whk gefinancierd worden.

De twee laatstgenoemde wijzigingen zullen met ingang van 1 januari 2017 gaan gelden voor alle werkgevers die na 1 juli 2015 terugkeren naar de publieke verzekering, respectievelijk eigenrisicodrager worden. Dit heeft minister Asscher in de Kamerbrief van 22 juni 2015 aangekondigd. Voor werkgevers die op 1 juli 2015 reeds bij UWV verzekerd zijn zal de vaststellingswijze van de gedifferentieerde WGA-premie niet wijzigen. Tevens blijven de werkgevers die op 1 juli 2015 of eerder eigenrisicodrager zijn voor de WGA, verantwoordelijk voor de financiering van de staartlasten.

Overgangssituatie terugkerende werkgevers

Tot de datum van inwerkingtreding van de nieuwe financieringsstructuur (1 januari 2017) zal de WGA-premie van een (middel)grote werkgever die na 1 juli 2015 en vóór 1 januari 2017 terugkeert naar UWV op de huidige wijze berekend worden.

Vanaf 1 januari 2017 zal de publieke premie voor terugkerende werkgevers gebaseerd worden op de totale WGA-lasten (ontstaan bij het UWV en tijdens eigenrisicodragerschap).Als gevolg hiervan zullen deze werkgevers per 1 januari 2017 gemiddeld een hogere publieke premie betalen.

Overgangssituatie nieuwe eigenrisicodragers

De (middel)grote werkgever die na 1 juli 2015 en vóór 1 januari 2017 ervoor kiest om van publieke verzekering over te stappen naar eigenrisicodragen zal gedurende deze periode de WGA-uitkeringslasten van werknemers die tijdens de periode van publieke verzekering zijn ontstaan zelf moeten financieren. Deze staartlasten komen vanaf 1 januari 2017 weer ten laste van het UWV via de rentehobbelreserve van de Werkhervattingskas (Whk).

Bron: UWV website, 02-09-2015

Eigen risicodrager

Eigenrisicodrager worden? Advies noodzakelijk!

U kunt tweemaal per jaar (op 1 januari en op 1 juli) een keuze maken om eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet en WGA. Voor de WGA-Flex is deze keuze per 2017 pas beschikbaar.

Als u eigenrisicodrager wenst te worden voor ZW-Flex, WGA-Flex en WGA-vast dan is asdvies volgens ons noodzakelijk. Op basis van een inventarisatie en analyse van onder andere uw bedrijfssituatie, het ziekteverzuim, de instroom in WIA bij arbeidsongeschiktheid, en de samenstelling van uw personeelsbestand kunnen wij u adviseren omtrent een compleet pakket aan arbodienstverlening, re-integratie en verzekeringen.

Kijk op www.verzuimcompleet.nl voor een integrale oplossing voor het ziekteverzuim en de arbeidsongeschiktheid van uw werknemers.

Meer weten over ZW-Flex, WGA-Flex en WGA-Vast?

Heeft u vragen of wenst u meer informatie omtrent het eigen risicodragerschap? Neem dan contact op met Honig en Honig en bel 072-5462669 of mail uw vraag naar info@honigenhonig.nl.